Jaarrekeningen die worden opgemaakt op basis van fiscale grondslagen, of die gebruik maken van de optie die Titel 9 BW 2 voor microrechtspersonen biedt, worden ingericht op basis van een ‘strak’ keurslijf gebaseerd op de genoemde fiscale grondslagen, dan wel de vrijstellingsmogelijkheden. De vraag rijst dan hoe zich dat verhoudt tot het overall principe van Titel 9 BW 2 dat de jaarrekening een getrouw beeld moet geven van vermogen en resultaat. John Weerdenburg weidde hieraan onlangs ook al een lezenswaardige column op Accountant.nl

Getrouw beeld betekent ook dat soms van de voorschriften moet worden afgeweken

Zijn conclusie dat de RJ de plank mis slaat deel ik overigens niet; wel zijn inhoudelijke commentaar met betrekking tot het inzicht dat in een jaarrekening op fiscale grondslagen veelal ontbreekt. Ik maak enkele opmerkingen over ‘getrouw beeld’ in relatie tot jaarrekeningen op fiscale grondslagen en jaarrekeningen van microrechtspersonen en ga daarna concreet in op het voorbeeld van een situatie van discontinuïteit met betrekking tot een jaarrekening op fiscale grondslagen. Daar wringt het nogal naar mijn mening.