Controleprotocol niet gevolgd bij controleopdracht subsidie. Doorhaling uit register

 

Een BV krijgt een subsidiebijdrage voor een filmproductie. De subsidiebijdrage is in totaal € 340.000. Aan de toekenning van de subsidiebijdrage wordt de voorwaarde gesteld dat er een financiële eindafrekening moet komen wat voorzien moet zijn van een controleverklaring van een accountant. Op de subsidieverlening is onder meer het Handboek Financiële Verantwoording van toepassing. Dit handboek fungeert voor de accountant als controleprotocol welke hij in acht dient te nemen tezamen met zijn eigen van toepassing zijnde regelgeving. De BV verleent de opdracht aan een accountant (hierna te noemen waar nodig: subsidieaccountant).

 

De subsidieaccountant heeft de financiële afrekening voorzien van een goedkeurende controleverklaring. De instantie die de subsidie heeft verstrekt twijfelt echter aan de juistheid van de controleverklaring. Op basis hiervan laat zij een andere onafhankelijke accountant nader onderzoek doen naar de financiële eindafrekening. Deze onafhankelijke accountant stelt vast dat de financiële eindafrekening onregelmatigheden bevat. De BV krijgt hierdoor een lager subsidiebedrag uiteindelijk toegekend dan aanvankelijk het geval was.

Het accountantskantoor neemt verregaande maatregelen tegen de subsidieaccountant

 

 

De instantie die de subsidie heeft verstrekt dient in eerste instantie een klacht in bij het accountantskantoor. Het accountantskantoor neemt verregaande maatregelen tegen de subsidieaccountant. Zo wordt zijn tekenbevoegdheid afgenomen en wordt dit als incident gemeld bij de AFM. Nadien dient de instantie ook een klacht in bij de Accountantskamer (hierna Ak).

 

Als klacht wordt opgevoerd dat de accountant zijn controlewerkzaamheden onvolledig heeft uitgevoerd. Zo zou er voor een bedrag van € 200.000 geen nadere onderbouwing zijn of deze wel te relateren is aan het filmproject. Volgens het Handboek (lees: controleprotocol) had de accountant moeten uitwijken naar een controleverklaring met beperking of zelfs een afkeurende controleverklaring.

 

De accountant erkent dat hij zijn controle niet goed heeft uitgevoerd. Ook was hij niet in staat om volledig te reproduceren welke werkzaamheden hij dan wel gedaan heeft. De Ak komt tot de conclusie dat de accountant kennelijk niet op de hoogte was van het Handboek met bijbehorend controleprotocol. De Ak acht de klacht zodoende gegrond. De accountant krijgt de maatregel van doorhaling voor de duur van 1 maand opgelegd.

 

Annotatie Redactie

 

De accountant had kennelijk geen besef van het feit dat er een controleprotocol was die moest worden gevolgd. Zelfs zonder dat besef blijkt dat de controle navenant onvoldoende is geweest. Uit de uitspraak blijkt dat de accountant waarschijnlijk aangesloten was bij een kantoor met een AFM vergunning. In dat kader kan je je afvragen of er geen sprake moest zijn van een opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling. Zelfs bij niet vergunninghouders die assurance opdrachten uitvoeren was destijds de NVAK-Ass van toepassing. Ook daar is een bepaling opgenomen wat ziet op opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling. Maar de invulling hiervan staat het accountantskantoor helemaal vrij. Met de wijsheid achteraf had het wellicht anders gemoeten. Maar achteraf is altijd makkelijk praten.