De accountant handelt tuchtrechtelijk verwijtbaar door onvolledig advies inzake dividenduitkering

A BV maakte tot 31 oktober 2012 onderdeel uit van de B-groep. De aandelen van A BV zijn vanaf 31 oktober 2012 ondergebracht bij B en C. Voor de overdracht van de aandelen was Holding B enig aandeelhouder van A BV. statutair bestuurder van A B.V. was Management B.V.

De betrokken accountant werd regelmatig door holding B ingeschakeld voor advieswerkzaamheden. Op enig moment verzoekt Holding B aan de betrokken accountant om na te gaan wat de mogelijkheden zijn om interimdividend te laten uitkeren door de dochtermaatschappijen van Holding B. De betrokken accountant is gevraagd om rekening er mee te houden dat de benodigde ratio’s door een eventuele dividenduitkering niet in gevaar mogen komen.

De accountant brengt zijn advies uit. in dit advies geeft hij aan dat vier dochtervennootschappen van holding B, waaronder A BV, interimdividend kunnen uitkeren zonder dat de benodigde ratio’s onder druk komen te staan. A BV zou een bedrag aan interim dividend van Eur 283.512 kunnen uitkeren. Dit dividend wordt ook uitgekeerd aan Holding B.

Op enig moment wordt A BV in staat van faillisement gesteld. Een saillaint detail is dat het de bestuurder van A BV zelf is die het faillisement heeft aangevraagd. De curator onderzoekt de belangrijkste oorzaak van het faillisement. Uit de bevindingen van de curator blijkt dat A BV enkel en alleen verlies leed en dat de vooruitzichten alleen maar ongunstig waren. De curator komt tot de conclusie dat het onttrekken van dividend door Holding B aan A derhalve onrechtmatig was. Voorts blijkt uit de bevindingen van de curator dat er ook voertuigen aan het vermogen van A BV zijn onttrokken. Tot slot stelt de curator dat de overgang van de aandelen van A BV naar de nieuwe aandeelhouders een schijnconstructie is. Naar aanleiding hiervan doet de curator aangifte tegen Holding B en dient hij een klacht in tegen de betrokken accountant. De kern van de klacht is dat de curator van mening is dat de betrokken accountant de onrechtmatige dividenduitkering en het ontrekken van de voertuigen toelaatbaar heeft geacht. Ook stelt de curator dat de accountant is betrokken bij de schijnconstructie inzake de overgang van de aandelen.

Ten aanzien van het onrechtmatig onttrekken van dividend verweert de accountant zich door te stellen dat hij niet op de hoogte was dat A BV in een financieel ongunstige positie verkeerde. voorts stelt hij dat hij enkel aan de hand van een spreadsheet heeft laten zien wat de mogelijkheden zijn voor een eventuele dividenduitkering, met behoud van gunstige ratio’s. Of er daadwerkelijk dividend zou worden uitgekeerd is verder niet met hem besproken. Evenmin werd om zijn nadere advies gevraagd.

De Ak volgt het verweer van de accountant enigzins op dit punt. Echter meent de Ak dat de accountant meer uiteen had moeten zetten op welke gronden hij van mening was dat bij een interimdividenduitkering als de onderhavige, de ratio’s niet onder druk kwamen te staan voor nu en in de nabije toekomst. Tevens is de Ak van mening dat de betrokken accountant nadrukkelijk er op had moeten wijzen dat het de taak is van het bestuur om er voor zorg te dragen dat, indien zij overgaat tot een dividenduitkering, een gezonde solvabiliteit ook hierna gewaarborgd moet blijven. De Ak vindt dat de accountant hiermee in strijd heeft gehandeld met het fundamenteel beginsel deskundigheid en zorgvuldigheid.

Met betrekking tot de vermeende onrechtmatige onttrekking van de voertuigen verweert de accountant zich als volgt. Uit de onderliggende stukken die de accountant tot zijn beschikking had gekregen blijkt dat de voertuigen nooit eigendom waren van A BV. De boekhouder van A BV had de voertuigen abusievelijk op de balans van A BV geplaatst. Derhalve is er volgens de accountant nooit spake geweest van enig onrechtmatige onttrekking. De Ak volgt de accountant in zijn verweer.

Voor wat betreft de klacht dat de accountant zou hebben meegewerkt aan de schijnconstructie inzake de overgang van de aandelen stelt de accountant het volgende. Hij zou enkel ingeschakeld zijn om een nadere blik te werpen op de notariele akte met betrekking tot de overgang van de aandelen. Hij heeft verder part noch deel gehad in begeleiding van de aandelentransactie. Aangezien de curator het verweer van de accountant niet kan weerspreken, volgt de Ak de accountant in zijn verweer.

De betrokken accountant krijgt een maatregel opgelegd in de vorm van een waarschuwing.

 

Annotatie

Hoewel de accountant in zijn verweer duidelijk kon aangeven wat zijn rol was in het verstrekken van het advies ontkomt hij niet aan een maatregel. Volgens de Ak was de accountant te makkelijk met het voorstellen van scenario’s inzake de dividenduitkering. De accountant had meer uiteen moeten zetten waarom hij van mening was dat de benodigde ratio’s niet onder druk zouden staan na de voorgenomen dividenduitkering. Dit laat weer te meer zien dat de zorgplicht van de accountant ver reikt. Vooral als het advieswerkzaamheden betreft.