Accountant heeft zijn rapportage van feitelijke bevindingen juist toegepast conform NV COS 4400

Een advocatenkantoor behartigt de belangen van haar cliënt. Echter is het advocatenkantoor in conflict geraakt met deze cliënt. Het conflict leidt tot een civiele procedure. Uit de civiele procedure komt naar voren dat het advocatenkantoor een bedrag van circa € 30.000 dient over te maken aan cliënt. Dit bedrag heeft betrekking op gelden die op de derdengeldrekening van de advocaat waren gestort en kennelijk eigendom waren van de cliënt. Van het te vorderen bedrag is reeds € 4.500 overhandigd aan de cliënt door middel van een kasopname.

 

Vanwege de civiele procedure heeft het advocatenkantoor de betrokken accountant benaderd met specifieke vragen over het beheer van derdengelden. In het bijzonder heeft het advocatenkantoor gevraagd aan de betrokken accountant om te onderzoeken in hoeverre de inkomsten en uitgaven van de rekening derdengelden aansluiten op het zelf vervaardigde financieel overzicht van het advocatenkantoor. De betrokken accountant heeft de opdracht aanvaard onder NV COS 4400. In zijn opdrachtbevestiging zet hij specifiek uiteen dat hij het aangeleverd financieel overzicht zal aansluiten op de inkomsten en uitgaven welke zijn opgenomen in de bankafschriften van de rekeningen derdengelden.

 

De betrokken accountant brengt een rapport van feitelijke bevindingen uit. Het rapport is ingebracht in bovengenoemde civiele procedure.

 

Naar aanleiding van de rapportage van feitelijke bevindingen dient de cliënt een klacht in bij de Ak. De cliënt is van mening dat de accountant in zijn rapport ten onrechte heeft gesteld dat € 4.500 aan haar is uitbetaald. Ook stelt zij dat er meerdere kasopnames zijn gedaan maar dat de accountant deze niet in zijn rapportage heeft verwerkt. En tot slot stelt zij dat de accountant niet objectief en onafhankelijk heeft gehandeld maar slechts naar aanwijzingen van het advocatenkantoor.

 

De Ak stelt vast dat het gaat om een accountantsrapport wat is ingebracht in een civiele procedure. De Ak herhaalt de kernoverwegingen van vaststaande jurisprudentie op dit punt en toetst in hoeverre de accountant hieraan heeft voldaan.

 

Uit de bevindingen van de Ak blijkt dat de rapportage van de betrokken accountant duidelijk is in wat deze wel en niet behelst. Voorts geeft het inzicht in welke werkzaamheden zijn verricht. De gebruikte bewoordingen zijn meer feitelijk dan concluderend van aard en geven geen eigen oordeel van de betrokken accountant weer. De Ak is dan ook van mening dat de rapportage voldoet aan de kernoverwegingen die zijn opgenomen in de vaste jurisprudentie en aan de voorwaarden van NV COS 4400.

 

In het bijzonder stelt de Ak vast dat de klacht van de cliënt inzake dat het bedrag van € 4.500, wat niet uitbetaald aan haar zou zijn niet juist is. In de rapportage gaat de accountant niet in op de vraag aan wie de kasopname van € 4.500 is uitbetaald. De rapportage spreekt slechts over een kasopname van € 4.500. Ook stelt de Ak vast dat de overige klachtonderdelen onvoldoende zijn onderbouwd.

 

De Ak verklaart de klacht derhalve in al haar klachtonderdelen ongegrond.

 

Annotatie redactie

De accountant in deze zaak heeft NV COS 4400 juist toegepast. Hoewel hij kennelijk wist dat zijn rapport mogelijk in een civiele procedure kon worden gebruikt heeft hij de opdracht toch aanvaard als specifiek overeengekomen werkzaamheden. Een belangrijk detail hierbij is dat hij heeft geëist dat bij de inbreng van zijn rapportage in de civiele procedure, eveneens de opdrachtbevestiging moet worden overgelegd. Dit is een zeer slimme zet van de accountant. Op deze manier kan de civiele rechter kennis nemen van de aard en reikwijdte van de opdracht alsmede wat specifiek is overeengekomen wat de accountant moest doen. De Ak benadrukt dat onder meer vanwege deze handelswijze, de rapportage voldoet aan de vereisten die hij hieraan stelt. 

 

De accountant heeft geëist dat de opdachtbevestiging moet worden overgelegd in de civiele procedure

 

De Ak herhaalt in deze uitspraak in het kort de kernoverwegingen die hebben geleidt tot de onbedoelde assurance-uitspraken. De overwegingen zijn de volgende; 1. de vraag of NV COS 4400 de meest geschikte standaard is voor een opdracht waarbij de accountant weet dat zijn rapportage in een civiele procedure zal worden gebruikt; 2. dat het fundamenteel beginsel objectiviteit onverkort geldt, ook al betreft het een rapportage naar aanleiding van een partijopdracht en 3. de rapportage mag niet eenzijdig zijn toegespitst op het standpunt danwel belang van de opdrachtgever. De Ak meent dat de rapportage van de betrokken accountant voldoet aan voorgenoemde kernoverwegingen. Dat de klacht in al haar onderdelen ongegrond is verklaard lijkt ons niet meer dan terecht.