Het verlenen van nevendiensten door accountants aan controlecliënten kan de onafhankelijkheid van accountants bedreigen en betreft daarom een gevoelig onderwerp. De NBA heeft op 30 januari jl. Handreiking 1131 Voorbeelden inzake de ViO uitgebracht waarin onder meer de samenloop van assurancediensten en het opstellen van fiscale berekeningen voor dezelfde assurancecliënt nader is uitgewerkt.

Accountants opgelet: de handreiking concludeert dat accountants bij het opstellen van materiële fiscale berekeningen in de jaarrekening van de cliënt altijd – ongeacht de aard en complexiteit van de fiscale berekening – maatregelen zouden moeten treffen om hun onafhankelijkheid te waarborgen. Is dat echter wel zinvol en terecht?

To assure is bevestigen dat iets waar is. Een accountant die een assurance-opdracht uitvoert, bevestigt met zekerheid dat iets waar is. Om een dergelijke bevestiging geloofwaardig te laten zijn, geldt dat de assurance-opdracht onafhankelijk dient te worden uitgevoerd. De onafhankelijkheid van de accountant kan volgens de Verordening inzake Onafhankelijkheid (ViO) worden bedreigd door onder meer zelftoetsing: dit is de bedreiging die ontstaat, indien de accountant zijn eigen werkzaamheden beoordeelt of werkzaamheden uit naam van de accountantseenheid of het resultaat daarvan. Een bekend voorbeeld van zelftoetsing betreft het verzorgen van de administratie van de cliënt door de accountant die tevens een controleverklaring bij de jaarrekening van die cliënt afgeeft. De controlerend accountant is dan de spreekwoordelijke slager die zijn eigen vlees keurt en wordt dan geacht niet meer onafhankelijk tegenover de controle van de jaarrekening te staan.

Een bekend voorbeeld van zelftoetsing betreft het verzorgen van de administratie van de cliënt door de accountant die tevens een controleverklaring bij de jaarrekening van die cliënt afgeeft.